Een melancholieke shanty over een verre reis over de oceaan door de hoofdpersoon Alasdair. Over heimwee, vogels die toch vliegende vissen blijken te zijn, en het oorlam dat de aardige bootsman uitdeelt.
Kathleen McInnes zingt Horo Illean op haar album Cille Bridhe (2012, Spotify), gebaseerd op opnamen van 1960 van James MacNeil en uit 1965 van Kate MacNeil van een lied geschreven door Alasdair Ruairidh Lachlainn. Alledrie afkomstig van het eiland Barra in de Westelijke Hebriden. Beide terug te vinden in het volksmuziek-archief Tobair an Dualchais.
Tekst gebaseerd op een versie die Catriona Black van Kathleen McInnes heeft gekregen. Foto Mike Prince
Hòro ‘illean
Di-Sathairne dh’fhag sinn far tràigh Tail a’ Bhanca
am bàta gun d’fhalbh leinn gu fàire na mara
is air Latha na Sàbaid bha cràdh air na balaich
o ‘Chionn ’s gun do thachair dhaibh fuireach air bòrd
sèist:
Hòro, ‘illean, nach tiugainn sibh leumsa
Null far na linne: na bitheadh oirbh cùram
an àm dhuinn bhith tilleadh gur sinne bhitheas sunndach
dol chun na dùthchadh far ’n robh sinn òg
gur moch rinn sinn gluasad, ’s bu luaineach a h-astar
sgoilteadh nan stuaghannan uaine ’s gan sgapadh;
bha John ’s e fo ghruaimean, mac Ruairidh is Lachlainn
nuair fhuair iad an t-acair a’steach air a bòrd
Nuair gheibh sinn ar slighe sìos taobh ’n iar Bay of Biscay
Nuair sheachnas sinn siantannan fiadhaich a ‘ chlisgidh
thig sìd’ oirnn bhios brèagha, bhios fèath, mar tha fios agaibh
togaibh ur misneachd: na bithibh fo bhròn
Dol seachad Madeira, bu bhrèagh’ leinn an sealladh
bhith faicinn nan iasgan is sgiathan gar mealladh
bha duil agam riamh gur e eunlaith ma mara bh’ann
gus an do ghlac sinn fear ac’ air bòrd
A’ crosadh na Loidhne, bha ’n oidhche ’s i teannadh
bha ‘m mate ’s e cho choibhneil, bha e loidhneadh nam balach
bha botal na làimh – ’s ann a dh’fhaighneachd e ceanalta
an gabh thu tè, Alasdair, searrag ri òl?
Kom op jongens
Op zaterdag vertrokken we van het strand van Tail of the Bank*
de boot vertrok met ons naar de horizon van de zee
op Zondag waren de jongens al somber
omdat ze aan boord moesten blijven
refrein:
Kom op jongens, kom met mij mee
op weg naar de evenaar: wees niet somber
de tijd komt terug dat jullie vrolijk zullen zijn
dat je weer naar het land gaat waar je jong was
vroeg kwamen we in beweging, in de verte was het onrustig
met het splijten en verspreiden van de groene golven
John was somber, en mac Ruairidh is Lachlainn**
toen ze het anker aan boord hesen
Als we op het pad naar beneden komen
naar het westen van de Baai van Biskaye
als we het wilde, woeste rotweer vermijden
komt onze mooie tijd, wordt het kalm, zoals jullie weten
haal op je levenslust, wees niet zo somber
voorbij Madeira, was ons uitzicht mooi
te zien hoe vissen met vleugels ons bedrogen
ik dacht altijd dat het zeevogels waren
tot dat we er eentje aan boord te pakken kregen
de lijn*** over te steken, de nacht was zo heet
de mate was zo aardig, hij zette de jongens in een rij
met een fles in de hand, en hij vroeg vriendelijk
wil jij, Alasdair, ook een slok te drinken?
(letterlijke) vertaling Bruno van Wayenburg
*Tail of the Bank: ankerpunt in de Firth of Clyde in Schotland waar veel schepen vertrokken
** De naam van de componist
*** ‘de lijn’: waarschijnlijk de evenaar